“Wil je meedoen aan de wandeltocht tijdens de vastenperiode?”
Zo maar plotseling werd me die vraag voorgelegd. Na nog wat informatieve vragen van mijn kant besloot ik op de uitnodiging in te gaan. De twee voorbije jaren coronatijd hadden mij de nodige wandelervaring gebracht. De beperkingen om medemensen te ontmoeten, geen vrienden kunnen ontvangen, de angst om besmet te raken met het virus met alle mogelijke gevolgen, zorgden ervoor dat mensen op zichzelf teruggeworpen werden met als gevolg dat voor velen een gevoel van isolatie ontstond: alleen, alleen met jezelf. De ander zonder wie de mens niet kan leven was plotseling tot potentiële vijand geworden op minimaal anderhalve meter afstand.
Ondanks alle beperkingen toch vrij
Toen besloot ik, om staande te blijven in deze veelheid van bedreigingen om zo vaak als het mogelijk was de ruimte op te zoeken in de natuur. Fietsend maar vooral wandelend in de bossen en velden, te ervaren dat je ondanks alle beperkingen toch vrij kon zijn, al was je ook hier alleen. De stilte tussen de bomen, het geruis van de wind in hun kruinen maakten mijn hoofd meditatief leeg. Hier kon ik nog kiezen; zal ik dit pad nemen of neem ik het volgende. En soms kwam je iemand op je weg tegen, een medewandelaar om te groeten.
De metamorfose
De vraag of ik mee wilde doen aan de virtuele wandeltocht door Latijns Amerika komt op het moment dat de coronabeperkingen bijna geheel tot het verleden behoren. Mijn “ja” als antwoord kwam voort uit een sportief gevoel van twee jaar wandelen. Zo ben ik aan dit project begonnen. Aanvankelijk overheerste dat gevoel en lag de nadruk met name op het presteren.
Maar gaandeweg, in de letterlijke betekenis, verandert mijn perspectief en ben ik op mijn tochten bezig met het overwegen van wat in de nieuwsberichten wordt aangereikt. Zaken over de natuur, het bezoek aan steden en tentoonstellingen en politiek. Doch mijn aandacht gaat vooral uit naar de informatie over de volken en hun culturen, hun dagelijkse doen en laten, hun eetcultuur en hun politieke strijd tegen de machten van het groot kapitaal. Het leven en de dagelijkse zorg en angst om dit te verliezen. Om hen financieel te ondersteunen ben ik nu aan het fietsen en wandelen. En af en toe als ik niet te moe ben, breid ik mijn wandeling uit met een omweg.
Dat is de metamorfose die zich heeft voorgedaan: Van de ik-wandelingen uit de coronatijd naar het wandelen voor een ander.
Met Levinas kan ik zeggen: “in het gelaat van de ander, herken ik pas mijzelf!”
Een wandelaar.